De foto’s zijn vol,
met tegenstellingen ook,
het is loyaliteit
typisch Sander Buyck.
Inderdaad, foto’s kunnen beter goed gevuld zijn, met veel elementen, kleuren en onhebbelijkheden, warmbloedigheid ook en muziek zodat we er lang mee voort kunnen. Zuiverheid en rechtlijnige manieren zijn ons te schools, dat is voor hen die er nog moeten aan beginnen of gewoon onzeker zijn.
Ik doorloop de dummy van het boek meteen drie keer. Dat is weinig maar meer dan genoeg om te zien wat we vanaf het eerste beeld eigenlijk al kunnen vaststellen: die uitnodigende zuiderse veelheid, de sympathie voor het alledaagse, het gevoel voor elegantie. Bij deze foto’s hoor ik de klank van een saxofoon, want ja, er is ook droefheid en mysterie. Veel van alles. Samen verbeelden die foto’s het La Wallonie van Sander Buyck. Het zuiderse België dat te complex en te gekwetst is om het met woorden te zeggen. Het is waar, de kerktorens zijn er minder hoog en er zijn maar weinig villa’s met poorten die zich automatisch openen. Maar als ik aan een inwoner van Charleroi vraag hoe het met hem gaat zal hij in mijn ogen kijken, en het zeggen: ‘ça va’. En zo is het fotoboek van Sander Buyck: ‘ça va’ in beelden. …….
Ze zijn met acht in deze foto, zes meisjes, een kind en iemand met een witte das die eruitziet als een man. Laten we het hebben over het meisje rechts in beeld en het hoofd van dat paard. Haar gestrekte arm is extra lang want dichtbij de fotograaf – perspectief – en het paardenhoofd is dicht bij haar hoofd. Deze combinatie mens, dier en wij, is al veel voor een foto, maar Sander Buyck vult zijn foto met nog tien keer zoveel. Hij toont acht mensen met acht herkenbare mensenmanieren. Herkenbaarheid is een belangrijke factor bij foto’s. Het prikkelt het beeldgeheugen en maakt de foto persoonlijk. Niemand ziet zoals ik het zie.
En dan is er die blauwe lucht met het Belgisch grijs en de toren van een kasteel, (is het Walt Disney in het La Wallonie?), de gespannen witte broek van de dame onder het witte paardenhoofd, de zomerse sjort van het kleine meisje links onder, het groene gras dat geel kleurt door de droogte en het warme avondlicht, de chaos bij een feest van Sint-Hubertus. Tevens wil ik erop wijzen dat de fotograaf daar aanwezig is, maar dat geen van de acht blijkbaar op hem let. Pas op, hij is een rijzige, jonge man, zeker voor het vrouwvolk daar, het bezichtigen waard. En toch heeft hij het zo geschikt dat hij onzichtbaar is. Het is alsof hij de deur voor ons openhoudt en ons voluit het kijken geeft. Beleefd en met een sierlijke geste.
De foto is niet overal even scherp. Dat is altijd zo, maar het valt het meest op bij foto’s van levende mensen gemaakt op plaatsen bij weinig licht is. Hier ligt de scherpte bij de man met het hondje. In de achtergrond is er het interieur van de kerk - die van Dinant denk ik - met het schemerige overstraalde licht. Dieper in beeld, kleiner dan, is er de moeder met tegen haar geleund het meisje in zomerse outfit op roze sloefjes. Het is een houding van tristesse. Een klassiek beeld maar zonder grandeur, onscherp zelfs. De schoolmeesters van de fotografie trekken daar punten voor af. Ze zeggen dan dat de scherpte op de foute plaats ligt. Sander Buyck trekt er zich niets van aan. Zijn foto’s zijn onschools. Maar zijn houding is die van een gevoelige man. De onscherpte daar is dons. Verzachting. Ik zie het zo. De man van het hondje weet er van, de kerk is koelte, de zomer en de toeristen zijn buiten.
Sander Buyck dat weten we, volgde les aan een van de betere fotoscholen van de wereld, de academie van Gent, de Hogeschool Gent, en dat is zo omdat de studenten daar ruimer denkend zijn, minder gebonden aan berekende wetmatigheden, vrijer. Elke omstandigheid vraag om andere inzichten. Het is een vorm van medeleven met het onderwerp. Het helpt, het is troost.
Sander Buyck dat weten we, volgde les aan een van de betere fotoscholen van de wereld, de academie van Gent, de Hogeschool Gent, en dat is zo omdat de studenten daar ruimer denkend zijn, minder gebonden aan berekende wetmatigheden, vrijer. Elke omstandigheid vraag om andere inzichten. Het is een vorm van medeleven met het onderwerp. Het helpt, het is troost.
Over kleur. Ze is samengesteld, organisch. De lucht in de achtergrond is grijsblauw met geel. Deze combinatie veroorzaakt iets dat op groen lijkt. Die kleur stinkt naar gif. Mensen gebruiken lucht om te ademen en ademen om het bloed te zuiveren. In de Borinage ademt de bevolking dit soort lucht. De kleur van de lucht in de verte is anders dan de kleur dichtbij. Vooraan in de foto zien we dat iets groeit. Veel en van alles. Charleroi is groener dan men denkt. Maar nergens is het groen zoals het daar is, na alles wat gebeurde in al die jaren, vandaag bij avondlicht. Het gemengde. De zware nijverheid versus de werking van de natuur. Beiden weten van geen ophouden. Het standpunt van de fotograaf is hoog. Zo kan hij veel in beeld brengen, van dichtbij tot vele kilometers ver. Het kweekt overzicht, rust en waardigheid.
De torens in de verte zijn niet kleinburgerlijk. Niets duidt op een kerk of een pronkerig gemeentehuis. We zien schouwen die rook uitstoten en natuurlijk ook de watertoren die wacht. Straks schilderen ze haar in knalgeel. De huizen lijken speelgoed, sommige zijn voor de helft wit geschilderd. Kleuren hebben hun geschiedenis en kregen zo ook een betekenis. Ik ken geen landschapsfoto’s van deze streek die zo mooi, zo lelijk, zo gruwelijk overzichtelijk tonen hoe het daar is. Zonder pathetiek. Juist, perfect gedoseerd.
Sander Buyck betuttelt niet. Hij toont respect voor kijker. Zijn foto’s lijken alledaags. Toch is het niet moeilijk om te zien dat elk beeld een geraffineerde samenscholing is van diverse, soms contrasterende elementen. Het resultaat is een complex beeld dat tegelijk eenvoudig lijkt, vanzelfsprekend ook en herkenbaar. De kijker kan er een eigen weg in vinden, zijn blik wordt niet in een of andere richting gedwongen. Tegelijk toont de fotograaf respect voor zijn onderwerp. Zijn werk baadt in een zuiderse, levenslustige cultuur, die van het milde leven en milde dronkenschap. De schoonheid bij deze reeks is niet stroperig en de lelijkheid krijgt de allure van humor. Ook dat nog.